Asjha en haar man willen een huis kopen in Zuid-Frankrijk. Hun huizenjacht zorgt voor hilarische ontmoetingen, bizarre bezichtigingen en een veelvoud aan emoties. Volg dit avontuur in 11 delen: elke zaterdag een nieuwe aflevering hier op frankrijk.nl!
Wat gebeurde er in de vorige afleveringen? Het oude vakantiehuis van Asjha en Ed is intussen verkocht en de speurtocht op de Franse versie van Funda is aangescherpt. Na een expeditie naar de Franse Westkust hebben ze nu hun oog laten vallen op een huis in de Hérault. Maar de binnenkant blijkt een paar tegenvallers te hebben…
5. Het gele huis
Het dorp waar we een huis gaan bezichtigen ligt op dertig minuten rijden van zee én in een interessant wijngebied van het departement Hérault. We zijn opgetogen, want dit zou wel eens de winnaar kunnen zijn.
Het dorp heeft helaas geen winkels, maar wel een goedlopend restaurant, vertelt de makelaar. Het huis kijkt uit op de straat waar het restaurant zich bevindt en dat is beslist geen straf. Het terras van dat restaurant heeft een wit opengewerkt schaduwdoek waar slingers met gekleurde lampjes onder hangen. De tafels zijn groot en de stoelen lijken comfortabel, ik zie ons hier ’s avonds al zitten na een dagje strand.
Het hele huis is fris lichtgeel aan de buitenkant, we zien in deze streek meer huizen die in pasteltinten zijn geverfd, het bevalt mij wel. De makelaar is druk bezig om met een grote sleutelbos allerlei sloten open te krijgen. Er zitten twee hangsloten op het hek dat voor de voordeur zit en de deur zelf heeft ook nog drie sloten. Ik vind dit on-Frans, dit is vast het vakantiehuis van een angstige buitenlander. Als ze de deuren eindelijk open heeft, kijkt ze ons om de beurt doordringend aan.
‘Voordat we naar binnen gaan, wil ik jullie vragen jullie fantasie bij dit huis te gebruiken en als ik jullie zo inschat, kunnen jullie dat heel goed.’
Grappig, ze kent ons nauwelijks vijf minuten, maar goed, ik zet mijn fantasieknop aan, bereid me voor op het ergste en ga naar binnen. Daar is het aardedonker. Het kleine keukenraam aan de straatkant is het enige raam van de benedenverdieping. Donker is niet per se slecht: dat betekent ook dat deze ruimte in de zomer lekker koel is. De makelaar doet de lampen aan. Even later tik ik met mijn nagel tegen een ogenschijnlijk houten lambrisering die tegen de gehele rechtermuur van de benedenverdieping zit. Ik kijk verrast naar de makelaar.
‘Plastic?’, zeg ik vragend.
‘Polycarbonaat’, word ik gecorrigeerd, ‘heel makkelijk in onderhoud en zoals u ziet met een mooie houtnerf’.
Ed en ik wisselen een blik die zoveel wil zeggen als ‘die lambrisering kan er af, wie weet zit er een mooie oude stenen muur achter’.
Op de grond ligt een bobbelend zeil dat betere tijden heeft gekend. We wisselen weer een korte blik: ‘kan weg’. De gang op de eerste verdieping heeft een afwasbaar behang met een motief dat in de jaren ’80 al verboden had moeten worden. Hier is een blik naar Ed niet nodig, ik weet dat we allebei hetzelfde denken: ‘weg ermee’.
Overal in het huis hangen grote ingelijste foto’s. Voor een diepzwarte achtergrond, duidelijk in een fotostudio gemaakt, poseert een gezin met twee jonge kinderen. Ondanks het speelgoed in de kinderkamer met stapelbed, voelt het huis niet als een familiehuis. Het huis voelt verlaten, ik vind de sfeer die hier hangt niet prettig. Je kan hier behang afstomen en verven wat je wil, denk ik, maar het verdriet lijkt wel uit de muren te sijpelen.
In de slaapkamer ligt een glimmende, synthetische zwarte sprei op bed. Aan de muur achter het bed hangt een poster met twee zwanen in reliëf met goudopdruk. Daar tegenover weer een makkelijk afneembare polycarbonaatmuur met authentieke houtnerf. Ik voel mijn haar bijna statisch knetteren van zoveel kunststof in één ruimte. In de badkamer liggen een paar kleedjes op de grond en ook de wc-deksel heeft een gezellig roze bontje. Engelsen, concludeer ik.
‘Waarom staat het huis eigenlijk in de verkoop?’, vraagt Ed
‘De ex-vrouw van de Engelse eigenaar (told you so!) eist haar deel van het huis op en wil dus geld zien. Hij heeft hier de afgelopen jaren nog in zijn eentje gewoond, maar moet het nu noodgedwongen verkopen.’
Vandaar die trieste sfeer, ik heb met die arme man te doen.
Op de bovenste verdieping bevindt zich het dakterras. Veel dorps- en stadshuizen in het zuiden van Frankrijk hebben geen tuin. De meeste bewoners hebben daarom een gedeelte van hun zolder opgeofferd om er een dakterras te maken. Deze bewoner heeft gekozen voor, no surprise here, kunststof schuifdeuren en helaas een veel te klein dakterras. Wat overblijft is een onbestemd, donker stuk zolder waar je niets mee kan. Er staan een paar koffers en een stel uitgeklapte wasrekken.
‘Hier zou u dus een zomerkeuken kunnen installeren’, zegt de makelaar opgewekt.
Van polycarbonaat met houtnerf, denk ik opstandig.
We staan op het kleine terras en kijken met de makelaar uit over het dorp. We zijn het met haar eens: het uitzicht is prachtig. Het dorp is lieflijk, het terras van het restaurant begint al langzaam vol te lopen voor de lunch en de afstand tot het strand is fantastisch. Maar: er zijn geen voorzieningen in het dorp en dat staat erg hoog op onze wensenlijst. Deze droevige – excusez le mot – plastic hut is nu al te duur door alle aanpassingen die we zouden willen doorvoeren. Maar de sfeer die in het huis hangt, geeft wat mij betreft de doorslag.
‘Hoe is het met de fantasie?’ vraagt ze monter.
‘Goed’, zeggen Ed en ik net zo monter in koor.
‘We gaan er over nadenken en bellen je morgen’, zegt Ed uit beleefdheid.
‘Ik denk dat ik het antwoord al weet’, zegt ze berustend en met een glimlach.
Zij had haar fantasieknop bij dit huis lang geleden al uitgezet.
Lees het vervolg elke zaterdag vanaf 10.00 uur in onze rubriek Columns!
LEES OOK:
Aflevering #1 van Droomhuis aan zee
Aflevering #2 van Droomhuis aan zee
Aflevering #3 van Droomhuis aan zee
Aflevering #4 van Droomhuis aan zee
Mais Oui! Heerlijke verhalenbundel van Asjha van den Akker
Tekst: Asjha van den Akker Beeld: John-mcfetridge-
Geen reacties