frankrijk.nl

Asjha’s zomerserie #5: De slager van ons dorp

Het vervolg van de Droomhuis-serie van Asjha! Vorig jaar kochten zij en haar man een vakantiehuis in de Hérault. In een nieuwe serie columns vertelt ze over de verbouwing en het leven in een klein dorp in Zuid-Frankrijk. Dit keer: de lokale slager, een instituut!

Hij heeft een voorkeur voor driekwart broeken. En hij is een fluiter.Nu hebben Ed en ik allebei een broertje dood aan zinloos gefluit: denk aan mensen die op straat zonder aanwijsbare reden een niet bestaand deuntje fluiten en op die manier argeloze passanten ongevraagd trakteren op octaafterrorisme. Ga lekker thuis in je eentje fluiten, denk ik dan.

Maar het moet worden gezegd, onze slager heeft er talent voor. Hij fluit mooi. Hard ook. Altijd een zonnige deun. Als je hem hoort fluiten, komt er als vanzelf een glimlach op je gezicht. Je hoort dat dit een vrolijke fluiter is die plezier heeft in zijn werk.De slager is klein, heeft een vriendelijke kop en in combinatie met die driekwart broek en dat vrolijke gefluit zou hij makkelijk de achtste dwerg kunnen zijn. Die ene die Sneeuwwitje elke avond een mooie entrecote of een stukje zelfgemaakte worst voorschotelt.

Harde fluiter en prater

De ingang van de slagerswinkel zit bij ons om de hoek, de grote houten deur voor leveranciers zit aan de zijkant van de winkel bij ons in het straatje. De deur heeft een klein raampje dat altijd openstaat als de slager achter de winkel in zijn werkplaats fluitend bezig is. De leverancier van dode dieren, die om de dag met veel precisie zijn kleine vrachtwagen achteruit de steeg in manoeuvreert, ontmoet iedere keer weer een goedgemutste klant. Overigens fluit de slager niet alleen hard, hij praat ook hard, dus de gesprekken tussen de leverancier en de slager zijn woordelijk te volgen.

Rij klanten

De slagersvrouw staat in de winkel en is de liefheid zelve. Ze weet van alle klanten de naam en maakt met iedereen een praatje zonder een roddelkont te zijn. Geregeld staat er een rij klanten op straat, geduldig wacht iedereen zijn beurt af.
In de winkel wordt trouwens meer dan alleen maar vlees verkocht. Je kan er ook terecht voor een fles wijn van een van de plaatselijke vignerons, door haar gemaakte maaltijden, olijven, crackers, kruiden en meer. Op woensdag verkoopt ze croissants en baguettes omdat de bakker in het dorp dan dicht is. En om de zoveel maanden hangt er verse kunst aan de muur van weer een andere plaatselijke kunstenaar.

Traiteur

Sinds kort verkopen ze ook glazen, ijscoupes en servies want de slager en zijn vrouw zijn gestopt als traiteur. Bijna elke week stonden ze wel weer ergens een feest te cateren en dat werd hen, in combinatie met hun leeftijd en 6 dagen in de week een slagerij runnen, een beetje veel.
Hun laatste traiteurklus was op een zondag. Aan het eind van die middag parkeerde de slager zijn kleine koelwagen voor de houten deur. We hoorden hem overleggen met zijn vrouw, en daarna riep hij keihard door de steeg “EDOUARD, EDOUARD!”, naar mijn Ed.

Moeilijke voornamen

Fransen gaan op onnavolgbare wijze met onze niet-Franse namen om. We hebben weleens na een telefonische reservering door een restaurant gedwaald omdat de eigenaar zei dat hij onze namen op de tafel had geschreven. We zijn uiteindelijk maar aan een tafel gaan zitten waar iets als ‘Eo’ en ‘Angs’ op stond geschreven.
‘Ed’ is voor de Fransen blijkbaar lastig uit te spreken, dus stelt Ed zich al jaren voor met één van zijn 27 doopnamen – katholiek en Brabander, dan krijg je dat. Want ‘Eduard’, fonetisch Eduwaaaar, klinkt Frans zou je denken, maar dat is dus niet zo. De Fransen plaatsen er ongevraagd en helemaal gratis en voor niets een ‘o’ tussen en dus heet Ed tegenwoordig ‘Edouard’. Uit te spreken als ‘Edoewaaaar’.

Een kat…

Asjha is in Nederland een hele klus om te spellen, maar uitspreken is meestal geen probleem. In Frankrijk kunnen ze er ‘pas de chocolat’ van maken. Ik begin meestal met ‘Ik heet Asjha, zoals Sacha, maar dan zonder ‘s’.’ Dit levert bij een aantal Fransen alsnog een totaal lege blik in de ogen op. Dan ga ik over tot het langzaam en duidelijk uitspreken van mijn naam. De meeste Fransen denken dan dat ik ‘achat’ heet, een ‘aankoop’. Dat levert soms gegiechel op. Onze oude buurvrouw in de Dordogne was van mening dat ik ‘Hatsjoe’ heette. Of ze vond het gewoon leuk om mij zo te noemen, dat kan ook. De buurman hier om de hoek keek mij, nadat ik herhaaldelijk en langzaam mijn naam duidelijk had uitgesproken, uiteindelijk begrijpend aan en zei toen: ‘Ah! Un chat!’

Omelette norvégienne

“EDOUARD”, de stem van slager scheurde dwars door de lome zondagmiddagrust die in de steeg heerste. “EDOUARD, doe je deur eens open.”
Ed deed de deur open en de slager overhandigde hem een stuk omelette norvégienne waar je vous tegen zegt. Een norvégienne is een cake met daar boven een flinke laag ijs, afgetopt met opgeklopt eiwit dat even onder de grill geweest is waardoor het een mooi bruin korstje krijgt. Deze norvégienne was nog over en groot genoeg om op z’n minst 8 man met aanhang een flinke portie te geven. Zonde om weg te doen.” Snel opeten, want anders smelt hij, fijne middag Edouard”, zei de slager op luide toon.

Klus-stress

Ik weet wel waarom de slager Ed met dit stuk ijstaart verwende. De afgelopen klusweken zijn mij zwaarder gevallen dan ik had gedacht. Ik heb gevloekt als een bootwerker toen ik voor de zoveelste keer mijn teen stootte aan een losliggend stuk hout of een beitel. Ik heb ’s nachts foeterend en slalommend tussen de verfemmers, loslopend gereedschap, volle blikken zonder stoffer – want kwijt – de route van de slaapkamer naar het toilet afgelegd. Ik heb van frustratie gejankt toen de klusjesman zijn stoffige gereedschapskist precies op het enige schone plekje van het aanrecht neerzette. Niet raar overigens, want de keukentafel stond al dagen vol met verfemmers en kwasten. Ik heb een miljoen keer zinloos en scheldend het hele huis gestofzuigd. De rotzooi in en rond het huis meerdere keren per dag vervloekt en op de vraag van Ed of ik het allemaal wel trok, mijzelf opzettelijk in irritant zwijgen gehuld. Ik. Was. Niet. Te. Doen.

Worstje voor het apéro

Sommige mannen gaan naar de kroeg als ze het thuis niet meer trekken. Anderen gaan een pakje sigaretten halen en blijven dan 5 jaar weg. Mijn man loopt naar de slager als ik het weer eens op mijn heupen krijg. Hij schuift aan in de rij voor de deur en kletst daarna uitgebreid met de slager of zijn vrouw. En na een klein half uurtje is hij weer terug met iets lekkers voor bij de lunch of een worstje voor bij het apéro. En dan ben ik weer een beetje te doen.

Lieve Edouard, als je dit leest: het spijt me, ik hou van je, liefs van je kat.

ASJHA VAN DEN AKKER

Nieuwsgierig naar hoe het zo ver kwam?

Lees ook Asjha’s zomerserie van vorig jaar, over de aankoop van hun huis: Bestel verder ook zeker haar twee briljante verhalenbundels: Et voilà! Verhalen uit de Dordogne (Bol.com) en Mais oui! Verhalen uit de Dordogne (ebook) of op Bol.com.

asjha boek webshop

LEES OOK:
Droomhuis aan zee: de huizenjacht van Asjha
Asjha’s zomerserie #1: De Franse klusjesman
Asjha’s zomerserie #3: De oude badkamer
Asjha’s zomerserie #4: Onze klus-Peugeot
Asjha’s zomerserie #6: Los Toros, het stierenfeest
7x eng vlees van de Franse slager

Beeld: CC-By Ian Turk (slagerij)

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *