Une station d’essence: een tankstation
Le bouchon: de file
Le péage: de tolweg
Le flux libre: de free flow-tolweg
Le mal des transports: de wagenziekte
Tout droit : rechtdoor
Un plan de la ville: plattegrond
Le stationnement payant: betaald parkeren
L’amende: de boete
La réservation: de reservering
Le malentendu: het misverstand
Très content(e): erg tevreden
Le mot de passe wifi: het wifi-wachtwoord
Un chargeur: telefoonoplader (voluit un chargeur de téléphone portable)
Une prise: het stopcontact
Un distributeur de billets: een geldautomaat
Retirer de l’argent: pinnen
Payer par carte: pinnen/met creditcard betalen
Le sans contact: contactloos betalen (kort voor le paiement sans contact)
Lees ook:
Un pourboire: de fooi (lees ook: Fooien geven in Frankrijk)
La visite: de bezichtiging, het bezoek (van een bezienswaardigheid)
Un piège à touristes: een touristtrap
Un maillot de bain: zwembroek/zwempak
Une serviette (de plage): (bad)handdoek
Les tongs: de teenslippers
La crème solaire: de zonnebrandmelk
Un coup de soleil: zonverbrand (j’ai pris un coup de soleil, ik ben verbrand)
L’ombre : de schaduw
Une méduse: een kwal
La climatisation: de airco (ook kortweg ‘la clim‘ genoemd)
Un café allongé/café américain: koffie van Nederlandse sterkte (aangelengde espresso)
Un café crème: koffie met veel melk (‘petit crème’ als je niet zo’n hele grote wilt)
Une noisette: espresso met een beetje melk
Lees ook: 10 manieren om koffie te bestellen in Frankrijk
Une pression/un demi: een (tap)biertje
Un verre de vin: een glas wijn (rouge, blanc of rosé)
Un jus de pomme: appelsap
Les glaçons: ijsklontjes
Une carafe d’eau: een karafje water
Le parfum: de smaak van een ijsje (fraise, chocolat, framboise…)
La carte: de menukaart (let op, je zegt niet ‘le menu’, dat is de 2- of 3-gangen maaltijd die je kunt bestellen en niet de kaart zelf)
Une tradition: een stokbrood (beter dan alleen une baguette zeggen, want dan krijg je stokbrood van de simpelste soort, terwijl une baguette tradition ouderwets lekker is)
Lees ook: 10 verschillende broodsoorten in Frankrijk
Un emplacement: een staplaats op de camping
Un voisin/une voisine: een buurman/een buurvrouw
Un tire-bouchon: een kurketrekker
L’heure de l’apéro: de borrel
La convivialité: de gezelligheid
Le bordel: herrie (informeel), chaos
Les boules Quies: oordopjes (een merknaam die verzamelnaam is geworden, zoals ook deze Franse woorden!)
Lees ook: Ziek tijdens de vakantie? Zo vind je een dokter in Frankrijk (en dit zeg je dan)
J’ai trop bu: ik ben aangeschoten/dronken
Mal de tête: hoofdpijn
Le doliprane: paracetamol (alleen te krijgen bij de apotheek in Frankrijk!)
La pharmacie: de apotheek
Fermé: gesloten
Ouvert: open
Désolé(e): sorry, excuses
LEES OOK:
Glaasje te veel op? 25x zo zeg je dat in het Frans
20 handige apps voor tijdens de vakantie
Franse verkeersborden ontcijferen
7x topspul uit de Franse apotheek
Betalen met een bankpas of creditcard in Frankrijk
Beeld: Unsplash en CC/John-althouse-cohen (kofiie)
Geen reacties